Geachte mevrouw Kathleen Ferrier,
met genoegen schrijf ik u deze brief. Ik ben Jerry K.L. Afriyie uit Amsterdam Zuidoost. Ik heb afgelopen zaterdag, samen met bekende en onbekende inwoners uit Amsterdam Zuidoost, in Arnhem bij het CDA congres u een bos bloemen overhandigd. Het was me een eer om u te ontmoeten. Nederland en vooral het CDA mag trots zijn, ik heb bewondering voor uw strijdlust. Wat voor beslissingen u uiteindelijk ook neemt, ik zal u blijven steunen. Niemand heeft het recht om aan uw integriteit te twijfelen. U mag dan wel een politicus zijn, u staat met uw beide benen in de samenleving en dat wordt zeer gewaardeerd. Met trots schrijf ik u deze brief.
Uw naam heb ik afgelopen maanden uit alle hoeken van de media, maar ook vanuit de bevolkings-kringen vernomen. Ik kon geen krant openslaan of de radio aandoen en de naam Ferrier ging gepaard met dissident. Ik moet eerlijk toegeven dat ik mij tot een week voor het congres niet had verdiept of had gezocht naar de persoon achter de naam Ferrier. Ik kon wel uit de verhalen concluderen dat u een sterke vrouw moest zijn en dat u opkomt voor uw standpunten en overtuigingen. Dit sprak mij heel erg aan. Vooral toen ik ontdekte dat, de vrouw van wie zoveel afging, zowel binnen het CDA als de toekomst van het land, de dochter van voormalig Surinaamse president Johan Ferrier was. Nogmaals met trots schrijf ik u deze brief.
Ik ben geen CDA’er, maar wel een dissident. Ik ben een dissident van een samenleving waarin iedereen mag zeggen wat hij/zij vindt, dus niet nadenkt voordat hij/zij iets roept. Ik ben een dissident van een samenleving die luid van zich laat horen maar weinig tot actie komt. Ik ben een dissident van een samenleving die zegt 1,5 miljoen inwoners niet uit te willen sluiten, maar bijna 2 miljoen allochtonen gemakkelijk opzij zou kunnen zetten. Mevrouw Ferrier, ik ben een dissident van een samenleving die zich bevindt op een zijspoor. Net als u wil ik het beste voor dit land.
Mensen die handelen uit principiële overtuigingen schrikken niet van vijanden en van wat anderen zeggen. De toekomst van het land gaat u aan het hart. Als ik de beginselen van het CDA bekijk zeg ik, u bent een echte CDA’er. U doet dit niet in het belang van u afkomst, het CDA en de moslims alleen. Nee, veel beter, u doet dit in het belang van het hele land, het land Nederland. Uiteindelijk zullen de verliezers zeggen, wij zijn de winnaars, maar wij de mensen weten wel beter. De winnaars zijn Ad Koppejan, Ab Klink, Dries van Agt, Ernst Hirsch Ballin en u mevrouw Ferrier. Nogmaals met trots schrijf ik u deze brief.
De besluiteloosheid van de politiek maakt mensen moe en argwanend. We willen een leider. Een leider met visie, een leider die bindt en straft wanneer dat nodig is. Een leider die niet alleen uit is op macht, maar ook naar de zorgen van de mensen luistert. Een groot deel van de bevolking voelt zich in de steek gelaten en verlangen naar hun land. Niemand wil als een vreemde in zijn of haar eigen land wonen. Een land moet al haar inwoners waarborgen, beschermen en gelijke kansen bieden. We moeten niet bang zijn om de inzet die we van de rijken verlangen, ook van de armen te verlangen. De beloning die we aan de rijken geven moeten we ook aan de armen geven. Er bestaan geen hopeloze mensen, maar hopeloze wetten. Er komt een dag dat we als één land zullen strijden en het land zegevieren. Ik ben optimistisch over de toekomst en u, ach, u red het wel.
Met trots heb ik u deze brief geschreven. Mocht u in de buurt zijn, hoop ik dat u even langskomt in Amsterdam Zuidoost. Ik verzeker u, u zult zich meer dan thuis voelen.